Stel je hebt de volgende gegevens:
De 6 leerlingen zijn langs de deuren geweest om te collecteren voor een goed doel. In kolom C zie je opbrengst per leerling. Deze leerlingen zijn verdeeld in twee groepen en de vraag is nu welke groep het meest geld heeft opgehaald.
Als je dit snel wilt berekenen, zet je in cel H3 de volgende formule:
=som.als(B:B;G3;C:C)
We gaan zo deze formule toelichten maar eerst laten we de resultaten zien:
Groep A is de winnaar!!!!!!!!
Dan nu de toelichting op de formule. In cel H3 is de formule:
=som.als(B:B;G3;C:C)
In gewone mensen taal betekent dit dat in kolom B (in de formule wordt dat geschreven als B:B) wordt gezocht naar de waarde van cel G3 (en daarin staat de letter A). Als die waarde wordt gevonden, worden de getallen opgeteld van kolom C. In dit geval staat in de volgende cellen de letter A:
Het totaal van 5,00 + 8,00 + 5,50 = 18,50
In cel H4 is de formule:
=som.als(B:B;G4;C:C)
Te zien is dat nu wordt gezocht naar de waarde van cel G4 oftewel de letter B:
Opdracht 7D: Vul je werkblad met dezelfde gegevens als hierboven en zet in cellen H3 en H4 de som.als formule.
Klik hier om de uitkomst te bekijken. Ga hier pas naar toe als je je opdracht gereed hebt.